Remko van der Drift Directeur en Faalkundige
Jij: (geeft Remko een hand)
‘Hallo ik heet…’
Remko: (enthousiast)
‘Wat leuk, aangenaam kennis te maken. Ik ben Remko van der Drift, faalkundige en directeur van het Instituut voor Faalkunde.’
Jij: (met je hoofd een beetje schuin)
‘Wat leuk. Hoe ben je eigenlijk faalkundige geworden?’
Remko: (kijkt serieus)
‘Ik heb mijn hele leven falen moeilijk gevonden en zag heel veel mensen om mij heen ook worstelen met dit thema. Improvisatietheater/theatersport, onderzoeken van onder andere Carol Dweck (groeimindset), Brené Brown (kwetsbaarheid), Amy Edmondson (psychologische veiligheid), Kristin Neff (zelfcompassie), Steven Hayes (ACT) leerde mij met meer acceptatie, vrijheid en lichtheid met mijn fouten om te gaan. Dit gun ik andere mensen ook.’
Jij: (lichtelijk emotioneel geraakt)
‘Dat is tof. Wat is je achtergrond eigenlijk?’
Remko: (denkt even na)
‘Uhm, ik heb lang geleden een HR-studie gedaan, met als afstudeerrichting Organisatieontwikkeling en Bedrijfsopleidingen.’
Jij: (met twinkelende blik)
‘Dus je bent eigenlijk trainer?’
Remko: (twinkelt terug)
‘Klopt, ik ben begonnen als trainer bij de Kindertelefoon en ben daar later ook nog manager geweest. Vanaf 2000 geef ik trainingen aan allerlei bedrijven en organisaties. Vanaf 2010 ben ik boeken gaan schrijven over falen en perfectiestress en in 2016 heb ik het Instituut voor Faalkunde opgericht.’
Jij: (fronsend)
‘Je deed ook toch iets met teams?’
Remko: (kijkt betrapt)
‘Je bent goed op de hoogte, ook dat klopt!’
Jij: (lachend)
‘Ja, ik had je al gegoogled.’
Remko: (gaat er eens goed voor zitten)
‘Ik heb veel teams in organisaties begeleid met teamcoach-sessies, theatersportworkshops en communicatietrainingen. Ook heb ik communicatietrainers opgeleid. En ik heb trouwens ook nog een nachtleven gehad, dat had je misschien ook al gezien op Google’.
Jij: (achteruitdeinzend van verbazing)
‘Een nachtleven, wat bedoel je daarmee??’
Remko: (schaterend)
‘Naast alles wat ik je net vertelde ben ik tot 2007 ook professioneel techno-dj geweest. Dat was leuk en op een gegeven moment niet meer te combineren met mijn trainersbestaan in het daglicht :). Ik ben ook wel benieuwd naar jou trouwens, wat doe jij eigenlijk?’
Jij: (na een korte stilte)
‘Ik ben …’
– RUIMTE VOOR IMPROVISATIE –